De Franse Tijd in Nederland duurde van 1795 tot 1813 en omvat drie perioden:
Bataafse Republiek (1795-1806)
Koninkrijk Holland (1806-1810)
Eerste Franse Keizerrijk (1810-1813)
Het is een zeer koude winter als begin 1795 een Frans leger onder leiding van generaal Pichegru ons land bezet. Hiermee begint een onstuimige periode in de vaderlandse geschiedenis die we nu kennen als de Franse Tijd.
Aanvankelijk zijn heel veel mensen blij met de komst van de Fransen, maar de stemming slaat om als de bevolking snel verarmt. Onze inkomsten uit overzeese handel lopen sterk achteruit. Ook moet er een bedrag van 100 miljoen gulden (in die tijd een gigantisch bedrag) betaald worden voor onze ‘bevrijding’, evenals de kosten van het Franse bezettingsleger. Veel vrijheid is er ook niet, want voor veel belangrijke beslissingen is Franse goedkeuring noodzakelijk. Als Napoleon in Frankrijk aan de macht komt, benoemt hij zijn broer Lodewijk Bonaparte in 1806 tot koning van Holland en wordt ons land een koninkrijk.
Lodewijk zet zich in om de belangen van onze voorouders te behartigen. Zelfs als dat indruist tegen het belang van Frankrijk. Dat zint Napoleon niet en hij neemt maatregelen waardoor het voor Lodewijk onmogelijk wordt om verder te regeren. In 1810 treedt hij dan ook af. Ons land wordt deel van Frankrijk. Alle Franse wetten gelden dan ook hier.
De veldtocht naar Rusland vormt het begin van het einde van Napoleon. Bij Leipzig worden de Franse legers verslagen en Napoleon wordt naar Elba verbannen. Voor Nederland betekent het het einde van de Franse tijd. In 1814 wordt koning Willem I ingehuldigd.
Nog geen 20 jaar duurde de Franse Tijd. Toch heeft die grote invloed gehad op onze maatschappij. Ons land is een eenheids-staat geworden en een koninkrijk. De goede ervaring met Lodewijk Bonaparte heeft daarbij zeker een rol gespeeld. Ook werd de eerste aanzet gegeven voor wat we nu zijn: een parlementaire democratie.
De Franse wetten die hier enkele jaren golden, gebaseerd op de grondwet uit 1798, werden als voorbeeld genomen voor wetten die na 1814 ontstaan. Belangrijke punten waren een scheiding tussen kerk en staat, vrijheid van godsdienst en meningsuiting en gelijke belastingregels voor het hele land. Iedereen is vanaf die tijd gelijk voor de wet. Dat was voor 1795 echt anders.
In 1810 is in Nederland de burgerlijke stand ingevoerd. Sinds die tijd was iedereen bijvoorbeeld verplicht een achternaam te hebben, maar het duurde nog tot 1825 voor dit ook daadwerkelijk het geval was. Er kwam een eenheid in maten en gewichten (meter en kilo) en een vaste munteenheid. Ook het belastingstelsel ‘naar draagkracht’ is ontstaan in de Franse Tijd.
En er is nog een duidelijk zichtbaar overblijfsel uit die tijd: De Pyramide van Austerlitz!